Weer
begonnen
De
basisscholen zijn voorzichtig van start gegaan. De meeste kinderen konden niet
wachten om hun leerkracht en medeleerlingen weer te zien. Gesprekken, genieten
van een verhaal, samen lachen en zingen, alle dingen die een paar maanden
geleden vanzelfsprekend leken, worden nu ineens extra gewaardeerd. Wat hebben
we veel nieuwe onderwijservaringen op kunnen doen de laatste tijd. Wat een
inzet en professionaliteit. Jammer om dat zomaar achter ons te laten. In deze
blog willen we dan ook stil staan bij onderwijsparels van de afgelopen weken,
gewoon, omdat ze het waard zijn om te bewaren. We putten daarbij uit eigen
ervaring, maar ook uit gesprekken met collega’s.
Online
groepsgesprekken
We merkten dat ook in online leren relatie en verbinding
enorm belangrijk zijn. Zo werden op veel scholen online groepsgesprekken
georganiseerd. Op die momenten vertelden kinderen wat voor hen belangrijk was. Op
computerschermen verschenen huisdieren, het nieuwste kunstje of de liefste
knuffel. Maar er was ook ruimte om vragen te stellen (juf, je was ziek… had je
corona?) en te vertellen hoe het met je ging. Leerkrachten, maar ook kinderen
en ouders kregen bedoeld of onbedoeld een glimp te zien van elkaars leefwereld.
Zoals die keer dat een volledige groep 1 online de jarige Melle toezong. De
stralende jarige job mocht thuis op een stoel staan en na het zingen zijn
cadeaus via de webcam laten zien. In een groep 8 werd de periode van
thuisonderwijs afgerond met een driegesprek tussen ouders, kind en leerkracht. Aan
de hand van vragen als “Wat ging je makkelijk af? Waar had je hulp bij nodig?
Wat heb je over jezelf geleerd?” werd er teruggeblikt op de laatste weken. De
opbrengst werd vooral gebruikt om vooruit te kijken naar de komende periode en
de overgang naar het voortgezet onderwijs. Het gesprek zorgde ervoor dat
kinderen inzicht kregen in hun studiegedrag en ouders in de ondersteuning die hun
kinderen nodig hadden.
Verbinding
met de omgeving
Tijdens de
online momenten was ook aandacht voor de verbinding met de omgeving. Een
basisschool met nauwe relaties met het naastgelegen verzorgingstehuis vroeg aan
alle kinderen om contact te leggen met de bewoners. De kinderen gingen vol enthousiasme
aan de slag. In handgeschreven brieven vertelden ze in eigen woorden wat ze
meemaakten. Ze lieten zien dat ze zich verplaatsten in de bewoners en zich
konden voorstellen hoe het leven er voor hen uitzag in deze coronamaanden. De
post zorgde dat het gevoel van eenzaamheid
van de bewoners even doorbroken werd. En zonder dat ze het door hadden,
oefenden deze leerlingen ook nog met schrijven en spellen. Daar kan geen
taaloefening uit een methode tegenop.
We zagen dat leerkrachten het ook belangrijk vonden dat
kinderen de wereld om zich heen gingen ervaren (en niet de hele dag achter een scherm zaten).
Daarvoor benutten ze de natuur in de omgeving van de leerlingen. Zo lieten de
kleuters van groep 2 in de online omgeving foto’s zien van hun naam, geschreven
met bladeren, takjes of steentjes die ze hadden gevonden vlakbij hun eigen
huis. Kinderen in groep 3 kregen de opdracht om insecten uit de tuin te
onderzoeken en na te tekenen. Aan het eind van de week werden de tekeningen in
kleine online groepjes met elkaar besproken en vergeleken. In groep 4/5 gingen
kinderen op zoek naar een sloot met kikkervisjes. Waar mogelijk vingen ze eigen
kikkervisjes. Ze zochten uit hoe ze die konden verzorgen en hielden de ontwikkeling
van de kikkervisjes bij in een tekenlogboek dat ze online met elkaar deelden.
Zo ontdekten ze dat de visjes bij de een sneller groeien dan bij de ander. Er
volgenden mooie gesprekken waarin ze probeerden te achterhalen hoe dat kon.
Andere leerkrachten maakten voor bovenbouwgroepen ontdektochten met apps als
Actionbound of Troovy om het kijken en luisteren in de natuur te bevorderen. Of
ze stimuleerden het zoeken van schatten met behulp van Geocaching.
Minecraft
Op ‘Onderwijsroute
10-14’ in Zwolle, een onderwijs concept waar een antwoord geformuleerd is op de vroegselectie in ons Nederlandse onderwijsstelsel, werd het hele onderwijs vrijwel meteen omgezet in Teams. Alle lessen werden volgens het rooster online gegeven. Direct zijn de docenten bezig geweest om digitaal innovatief online onderwijs vorm te geven. Een docent zocht zijn toevlucht bij Minecraft. Leerlingen hadden daar eerder al ervaring mee opgedaan en kregen nu de opdracht om van verschillende bouwsels de inhoud en oppervlakte te berekenen. In Teams mochten ze overleggen met klasgenoten over de aanpak en mogelijkheden. De oplossingen werden door middel van screenshots gedeeld. Toen dit goed gelukt was, kregen de leerlingen de opdracht om op schaal een nieuw schoolgebouw te ontwerpen. Een motiverende betekenisvolle opdracht waarin leerdoelen, didactiek en technologie elkaar versterkten, juist ook omdat er ook in werkelijkheid in de toekomst een nieuw gebouw gaat komen. Weer werd er gevraagd naar de juiste maten (inhoud en oppervlakte). Maar de waarde van de opdracht werd pas echt zichtbaar tijdens de uitvoering. Veel leerlingen misten de verbinding met klasgenoten en docenten en tijdens het gezamenlijk werken aan de opdracht bleek dat ze bijkletsten, zonder dat dit georganiseerd of gestuurd werd.
Differentiëren in Teams
Differentiëren in Teams
Ook op OBS Eestroom werd Teams ingezet om de leerlingen te
ondersteunen. In groep 7/8 werken de kinderen bij bijvoorbeeld rekenen op
verschillende niveaus en de leerkracht wilde ook tijdens het thuisonderwijs
gedifferentieerd blijven werken. Dit deed hij door de groep na de klassikale
start van de dag met behulp van Teams aan het werk te zetten. Vervolgens
gebruikte hij zijn tijd om de groepjes leerlingen op hun eigen niveau
instructie te geven. Hij nodigde de groepjes uit en kon vaak meteen aan de slag
omdat de kinderen al op zijn uitleg zaten te wachten. De instructie werd soms
gegeven doordat de leerkracht voor het schoolbord ging staan, een andere keer
door het scherm te delen en met kinderen mee te kijken. Doordat tijdens het
online werken de ruis van de hele groep ontbrak en er heel snel van
instructiegroep gewisseld kon worden, lukte het om alle kinderen inhoudelijke
instructie te geven. Een uitdaging die een leerkracht tijdens het fysiek werken
met de hele groep niet altijd voor elkaar krijgt. En een manier om het online
rekenprogramma Snappet betekenisvoller te maken. Het laatste deel van de
ochtend benutte hij om de kinderen verder individueel te begeleiden. Soms om hen
te motiveren om aan de slag te gaan, een andere keer om hen te ondersteunen in
hun denken. Deze intensieve manier van begeleiden heeft er toe bijgedragen dat
er veel meer contact is geweest tussen de leerkracht en de leerlingen dan in de
reguliere klas. De leerkracht heeft hierdoor het gevoel dat hij beter zicht
heeft op hun leerprocessen, waardoor hij zich zelfs afvraagt of de
methodegebonden toetsen nog wel nodig zijn.
Lezen en
luisteren
We zagen op
diverse scholen initiatieven ontstaan om lezen en luisteren te stimuleren. In
de onderbouw zagen we hoe leerkrachten prentenboeken voorlazen en de opnames
deelden met de groep. Het werkte heel motiverend om thuis naar je eigen
leerkracht te kunnen kijken en luisteren. Kleuters bekeken de video’s elke dag opnieuw
en breidden op deze manier ongemerkt hun woordenschat uit. Leerkrachten in
groep 3 lieten kinderen theaterlees-video’s maken waarin ze met verschillende
stemmen Roodkapje
voorlazen. Jezelf op beeld zien is bijzonder en de kinderen gingen dan ook gemotiveerd
aan de slag. Ze lazen de tekst net zolang tot ze tevreden waren over de opname.
Veel bovenbouwleerkrachten zorgden ervoor dat leerlingen iedere dag een
voorgelezen hoofdstuk kregen uit het klassikale voorleesboek. Anderen
stimuleerden het lezen van boeken door de kinderen korte boekbesprekingen op te
laten nemen. Deze deelden ze dan in de online omgeving of via een platform als Flipgrid.
Schrijven
Op ’10-14’ hadden de leerlingen al
een tijdje gewerkt over het thema Evenwicht en kringloop. Tijdens deze
thuiswerkperiode kregen ze de tijd om in groepjes onderzoeksvragen bij het
onderwerp ‘Plastic soep’ te bedenken en uit te werken. Weer werd in Teams
overleg gepleegd en de groepen kwamen tot onderzoeksvragen als ‘Wat gebeurt
er met plastic dat in de zee terechtkomt? Hoe kan het plastic in zee gevaar
opleveren voor mensen?’ Vervolgens gingen de groepjes in een gedeeld
document aan de slag met de uitwerking van de onderzoeksvraag. Het viel de
leerkracht op dat de leerlingen elkaar ook hier ondersteunden. “Als je dyslexie
hebt is het handig om de automatische spellingcorrectie aan te zetten”. Nadat
de eerste versie klaar was, werd die voorzien van peer feedback door
medeleerlingen en formatieve feedback van de leerkracht. Een mooie opdracht die
de leerlingen stimuleerde tot actief denken over inhouden, oefenen met
schrijven en samenwerken.
Onderwijsparels
Het was een
bijzondere tijd. In alle hectiek, zorgen en praktische (on)mogelijkheden hebben
leerkrachten nagedacht over de didactiek en pedagogiek van het onderwijs. Over
wat ze kinderen wilden meegeven. In deze blog zagen we voorbeelden van onderwijs
waarbij de inhoud en (vak)didactiek overeind bleven en waarbij ICT als krachtig
hulpmiddel werd ingezet. En nu is het de kunst om die onderwijsparels te koesteren,
zodat ze ook nu het ‘gewone’ onderwijs weer van start gaat, van waarde kunnen
zijn.