Zoeken in deze blog

donderdag 26 maart 2020

Padlet: geschikt voor het geven van afstandsonderwijs

Deze blog is geschreven door Erna van Koeven

De eerste dagen waren nog te doen, verzucht onze collega die zijn beide kinderen -die in het primair onderwijs zitten- thuisonderwijs geeft in tijden van Corona. Toen gingen we het bos in om bomen te fotograferen. Thuis zochten we dan op hoe die bomen heetten. Maar daarna kwamen de stapels werkboeken. En het is veel moeilijker je kinderen daar thuis voor te motiveren dan op school. Ze zijn ook steeds boos over de uitleg die ik geef. Heel anders dan de juf. Voor het invullen van werkbladen lijken wel geheime afspraken te bestaan, die ik niet ken. 


Een mbo-leraar stopt voor al haar studenten het boek 'Ondergedoken als Anne Frank' in een envelop met een opdracht erbij. De boeken stuurt ze naar hun thuisadressen. Ze vraagt zich af welke tool ze nu kan gebruiken om te zien hoe haar studenten dat boek ervaren en om na te gaan hoe ze de opdracht uitvoeren.      

Afstandsonderwijs
Veel leraren in het primair onderwijs, het voorgezet onderwijs, het mbo en het ho proberen er momenteel voor te zorgen dat leerlingen en studenten op afstand van de school leren. Dat is niet eenvoudig. De eerste week voldoet het misschien nog om een pakket werkboeken op te sturen, maar werkelijk leren is iets anders. Het voordeel van werkbladen, werkboeken en oefensoftware is dat je als leraar het gevoel hebt dat je het werk van leerlingen kunt controleren. Je ziet wat ze hebben gedaan en je hebt het gevoel dat je de kwaliteit kunt waarderen. Maar hoe kunnen we ervoor zorgen dat leerlingen opdrachten uitvoeren die een beroep doen op het hogere orde denken? Je kunt ze wel een boek mee naar huis geven, maar hoe zorg je ervoor dat ze dat ook daadwerkelijk lezen en dat ze erover gaan nadenken? Het schrijven van een tekst is een mooie hogere-orde opdracht. Maar als je ze die opdracht hebt gegeven, hoe kun je dan feedback geven? Een prachtige tool waarmee op een eenvoudige manier interactie mogelijk is over opdrachten die leerlingen thuis uitvoeren, is padlet.

Wat is padlet?
Waarschijnlijk zijn er veel lezers die padlet nog kennen van een aantal jaren geleden. Toen was het een platform waar je tijdens brainstorm-sessies digitale post-its kon plakken. Maar de mogelijkheden van padlet zijn inmiddels enorm uitgebreid. Het is nu een interactieve tool die een grote meerwaarde kan hebben in het onderwijs. Als je een eigen gratis account aanmaakt op padlet.com, krijg je drie gratis padlets. Op Windesheim hebben we vorig jaar besloten een abonnement te nemen. Dat is niet duur en het biedt de mogelijkheid onbeperkt padlets te maken. Zo kun je padlet echt een plaats geven in het onderwijs.

Je moet je een padlet voorstellen als een soort moodboard. Je kunt zelf kiezen hoe je je padlet wilt indelen. Als wij padlet voor ons onderwijs gebruiken, kiezen we meestal voor een indeling in kolommen. Iedere kolom krijgt een titel (dat kan de titel van een opdracht zijn, van informatie over een thema of de naam van een leerling) Per kolom kunnen jij en je leerlingen tekst plaatsen, filmpjes opnemen, foto's maken, bestaande foto's en filmpjes plaatsen, links naar websites plaatsen, berichten inspreken en meer. Iedereen die toegang heeft tot de padlet kan de mogelijkheid krijgen te reageren of berichten te liken. Padlet is zowel op laptop, ipad en telefoon te gebruiken. 

Je kunt je padlet openbaar maken en zo delen met de hele wereld. Je kunt je padlet ook op privé zetten; dan kun je hem alleen zelf zien. Als je je padlet op geheim zet, kun je je leerlingen een link sturen. Alleen de leerlingen die de link ontvangen, hebben toegang tot de padlet. Als je wilt, kun je er nog een wachtwoord aan toevoegen. Je kunt op een heel  gemakkelijke manier een pdf maken van je padlet. Alle links blijven intact. In plaats van de padlet, kun je dan de pdf met je leerlingen delen of je leerlingen met jou.

Hoe maak je een padlet?

Klik na het inloggen op ‘Maak een padlet’
Klik rechtsboven op ‘modify’
Geef je padlet een titel
Kies een achtergrond
Kies een vorm (kolommen)
Kies hoe je wilt dat de posts eruit zien (anoniem of met een naam erboven)
Kijk welke rechten je deelnemers wilt geven (alleen lezen, ook schrijven, editen)
Bedenk een naam voor in de url (je kunt de naam die er staat wijzigen in iets eenvoudigers)
Kijk hoe je het wilt regelen met de privacy (openbaar, privé, geheim)
Als je alles hebt ingesteld, kun je je eerste bijdrage (linksboven) posten (geef je bijdrage een naam en klik op save). Als je eronder een bijdrage wilt toevoegen, klik je op het plusje. Bij de drie puntjes kun je kiezen voor het direct opnemen van een film/geluidsbestand etc.
Als je je instellingen later wilt wijzigen, klik dan op de drie puntjes rechtsboven

Hoe kun je padlet gebruiken?

-als een informatieplatform waarop je bijvoorbeeld de opdrachten die leerlingen in een bepaalde tijd moeten uitvoeren kunt zetten, eventueel met uitlegfilmpjes of gesproken toelichtingen. Je kunt er ook teksten en filmpjes over een bepaald onderwerp op verzamelen die leerlingen moeten lezen en bekijken om een werkstuk te maken.

Voorbeeld: Een leraar in het mbo maakt een padlet over 75 jaar vrijheid. Ze zet allerlei opdrachten op de padlet en ze plaatst filmpjes en verwijzingen naar sites. Haar studenten van de opleiding Beveiliging maken thuis de opdrachten en plaatsen die in de ELO van hun opleiding.   

-als een interactief platform waarop leerlingen samenwerken. Je maakt een kolom aan per groepje en leerlingen werken samen aan een opdracht waarbij ze materialen verzamelen en maken. Leerlingen kunnen ook per groepje een padlet vullen, bijvoorbeeld met gevonden en zelf gemaakte filmpjes, spraakberichten, foto's  en teksten.
 
-als een interactief platform waarop leerlingen hun werk plaatsen. Iedere leerling krijgt een eigen kolom en plaatst daar zijn zelfgemaakte vlogs, foto's, teksten etc. Medeleerlingen en/of de leraar kunnen vervolgens feedback geven. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld opdrachten uitvoeren over gelezen boeken of word-teksten of foto's van zelf geschreven teksten plaatsen.

Voorbeeld: Een groep hbo-studenten van verschillende lerarenopleidingen voert een eind-stage uit in het mbo. Eén van de docenten uit het hbo begeleidt hen samen met enkele mbo-docenten. De hbo-docent maakt een padlet aan met een kolom waarin iedereen een foto of een filmpje van zichzelf plaatst met wat persoonlijke informatie zodat docenten en studenten elkaar leren kennen, een kolom met belangrijke documenten en vervolgens voor iedere student een kolom waarin zij de verschillende versies van hun werk plaatsen. Medestudenten en docenten kunnen zo gemakkelijk feedback geven. Bovendien kunnen de studenten ook van het werk van mede-studenten leren en van de feedback die mede-studenten krijgen.    

-als een portfolio. Iedere leerling verzamelt op een eigen padlet het werk dat hij of zij maakt in de tijd. De leraar geeft gesproken of geschreven feedback en zorgt er zo voor dat een leerling weer verder kan. Eens in de zoveel tijd wordt het portfolio met de leerling besproken.

Voorbeeld: in heb mbo werken studenten bij Nederlands en burgerschap rond interessante burgerschapsthema's. De resultaten van alle opdrachten die ze uitvoeren plaatsen ze op een eigen padlet. Ze presenteren die padlet aan het eind van de periode aan de docent en hun mede-studenten.   
Interactie over het werk van leerlingen door leerlingen zelf en door leraren en leerlingen is essentieel voor het geven van goed onderwijs. Padlet biedt -behalve de mogelijkheid tot creatieve opdrachten- ook de mogelijkheid tot gerichte interactie en het geven van gerichte feedback. Als leerlingen straks weer op school komen, zullen er vast veel toetsen worden afgenomen om hun niveau vast te stellen. De methodegebonden toetsen zullen ze vast niet goed maken, omdat ze geen uitleg hebben gekregen of heel andere uitleg dan ze gewend zijn. Met padlet kun je het leerproces van leerlingen volgen.

(met dank aan Lammie Prins voor haar voorbeeld) 



maandag 2 maart 2020

Onderwijs voor de 21ste eeuw. Digital stories op de lerarenopleiding

Deze blog is geschreven door Marianne Lok, docent-onderzoeker bij het lectoraat Onderwijsinnovatie en ICT. Eerstejaars studenten van de lerarenopleiding basisonderwijs van de hogeschool Windesheim in Zwolle maakten digital stories bij de module Ontwikkelingspsychologie. Deze blog beschrijft de ervaringen van de docenten van deze module. 

Beredeneerd ICT-onderwijs
Steeds opnieuw staan vaktijdschriften vol over onderwijs voor de 21ste eeuw, maar hoe ziet dat er nu concreet uit? Onze studenten op de lerarenopleiding basisonderwijs zien in hun stagepraktijk maar weinig voorbeelden van ICT-toepassingen waarmee het leren van kinderen werkelijk gestimuleerd wordt. Natuurlijk zien ze wel gedigitaliseerde werkboeken op tablets die gericht zijn op het leren voor proefwerken, maar wij zijn op zoek naar ICT-mogelijkheden die duurzaam en flexibel leren bevorderen. Leren om echte redenen, leren dat het begrip van de wereld duurzaam verandert, betekenisvol leren (Smits, 2020). We vroegen ons af hoe we studenten kunnen helpen zelf te ervaren hoe leren met ICT eruit kan zien.

De module
Aan de hand van de leercirkel van Smits (2020, gebaseerd op Zull, 2004; Kolb, 1984; Gee, 2017) dachten we opnieuw na over de inrichting van het  leerproces van studenten in een module ontwikkelingspsychologie. In plaats van het bestuderen van een studieboek over ontwikkelingspsychologie, het maken van een meerkeuze tentamen en het uitvoeren van een stage-opdracht waarbij ze leerlingen moesten observeren, vroegen we studenten een digital story te maken. Een digital story vertelt een kort maar krachtig persoonlijk verhaal dat ondersteund wordt door multimedia. Met het
maken van een digital story werden de studenten uitgedaagd om inhoud te creëren (in plaats van te consumeren) en te werken aan 21steeeuwse vaardigheden (Morra, 2017). De opdracht was dat studenten na het lezen van literatuur drie leerlingen uit hun stageklas beter moesten leren kennen (door observatie en gesprekken). Op basis daarvan en met behulp van de gelezen literatuur werd hun gevraagd een persoonlijk verhaal te bedenken, dat ze omzetten in een digital story. De opdracht die ze kregen was de volgende:

Het komende semester ga je een digitaal verhaal maken dat past binnen het thema ‘de ontwikkeling van kinderen’. In de stagepraktijk en in de theorie doe je onderzoek naar de vraag “Wat is het verhaal van dit kind?”. Het antwoord op deze vraag vertaal je naar een persoonlijk digitaal verhaal. In een toelichting op dit verhaal kun je uitleggen op welke manier je onderzoek naar de ontwikkeling van kinderen bijgedragen heeft aan het verhaal.

In de colleges werd van docenten verwacht dat ze met studenten in gesprek zouden gaan over de ontwikkeling van kinderen, hun waarnemingen en de digital stories.  Naast deze werkcolleges werden er in het begin van de periode hoorcolleges gepland over de verschillende ontwikkelingsgebieden. De module zou worden afgesloten met een gesprek over de digital story en in het verlengde daarvan over de ontwikkeling van kinderen. We ontwikkelden een ELO waarin studenten informatie konden vinden over ontwikkelingspsychologie en over het maken van digital stories.

Verloop
De studenten gingen enthousiast aan de slag. Het maken van een digital story werd als een creatieve, uitdagende opdracht ervaren, maar ging ook gepaard met de nodige onzekerheid. Studenten startten vlot met het observeren in de stagepraktijk. Het bedenken en het schrijven van een verhaal was voor de meeste van hen niet eenvoudig. Ze hadden nog nooit een digital story gemaakt en waren op zoek naar de bevestiging dat dit een ‘goed’ verhaal werd. Het digitale deel van de opdracht kostte de nodige energie en leidde soms tot frustratie bij studenten. De docenten hadden hun handen vol aan de gesprekken tijdens de colleges en het begeleiden van de studenten bij het maken van hun digital story. Toch resulteerde dit alles in een aantal prachtige persoonlijke digital stories waarin studenten kijken naar kinderen door de bril van ontwikkelingspsychologie. Daarbij verbinden ze theorie en praktijk.  Tijdens de eindgesprekken bleek wel dat studenten het moeilijk vonden om de praktijk, het verhaal en de theorie aan elkaar te verbinden. De meeste studenten konden het vak dan ook pas afronden na een herkansing.

Wat we leerden
Uit gesprekken met de studenten bleek dat ze erg gemotiveerd en betrokken zijn geweest bij het maken van digital stories. Ze vertellen dat ze bewuster zijn gaan kijken naar wat kinderen doen. Het maken van een digitaal verhaal leidt er volgens hen toe dat zij het gedrag van kinderen nog beter willen begrijpen en dat zij vanuit deze intrinsieke motivatie de theorie gaan gebruiken. Uit de gesprekken met docenten bleek dat zij vinden dat het maken van een digital story meerwaarde heeft voor het leren van studenten. Doordat studenten steeds worden uitgedaagd om de transfer maken tussen praktijk, theorie en hun verhaal leren ze op meta niveau kijken en praten over de ontwikkeling van kinderen. Het is hen verder opgevallen dat veel studenten leerlingen kozen voor hun verhaal die leken op henzelf. Hadden ze zelf last van faalangst, dan kozen ze ook een leerling met faalangst. Zo leidde de opdracht onbedoeld ook tot reflectie op de eigen ontwikkeling en de ervaringen van de student. Uit de analyse van de verhalen zelf merkten we dat studenten met kwalitatief goede scripts de theorie van de ontwikkelingspsychologie beter begrijpen.

Uit de observaties in de lessen werd duidelijk dat veel van de collegetijd opgaat aan het maken van de digital story. Zowel het schrijven van het verhaal als het digitaliseren ervan vragen veel tijd en energie. Daardoor komen de inhoudelijke gesprekken met studenten niet altijd voldoende van de grond. Een half jaar na afloop van de  module vroegen we studenten wat ze nog wisten van de module. Ze blijken levendige herinneringen te hebben aan hun digital stories en aan de leerlingen die ze hebben geportretteerd, maar van de leerstof over de ontwikkeling van kinderen hebben ze niet meer onthouden dan tijdens eerdere leerjaren.

Hoe het verder ging
Het bleef niet bij een eenmalig experiment, het ging verder. Het jaar erop laten docenten de studenten opnieuw een digital story maken. Nu schakelen ze de ICT-afdeling van Educatie in om studenten te ondersteunen bij het digitale deel van de opdracht. En we zien dat docenten duidelijker zijn in hun verwachtingen en docentgedrag. We proberen ook het project meer in te bedden in de opleiding door verbinding te leggen met andere vakken. Zo maken studenten op basis van de observaties bij het vak levensbeschouwing lessen over levensverhalen. En ondersteunt Nederlands de technische kant van het schrijven. Andere toekomstperspectieven zijn nog meer ondersteuning door Nederlands en het helpen van studenten bij het verbeelden van de verhalen door de kunstvakken.

Duurzaam en betekenisvol leren
Heeft onze interventie geleid tot duurzaam en betekenisvol onderwijs? Ten dele. We hebben ontdekt dat het maken van digital stories leidt tot grote motivatie en betrokkenheid en ook tot actief leren. Studenten hebben belangrijke inzichten opgedaan die ze zullen gebruiken in hun handelen in de praktijk. Maar tegelijk vragen we ons af of we werkelijk het betekenisvol leren door studenten centraal hebben gezet tijdens het ontwikkelen en uitvoeren van deze module. Zijn de leerstof en de opdracht wel voldoende met elkaar verbonden of legden we toch nog teveel nadruk op de leerstof en daarmee het leren op korte termijn?

Gebruikte literatuur
·        Gee, J. P. (2017). Teaching, learning, literacy in our high-risk high-tech world: A framework for becoming human. New York: Teachers College Press.
·        Kolb, D. A. (1984). Experiential learning: Experience as the source of learning and development. New Jersey: Prentice-Hall
·        Morra, S. (2017, 13 december). Edtechteacher. Geraadpleegd op 13 december 2017, van http://edtechteacher.org/8-steps-to-great-digital-storytelling-from-samantha-on-edudemic/
·        Smits, A. (2020). Onderwijsinnovatie en ICT voor leren. Geraadpleegd op 25 februari 2020, van https://www.researchgate.net/publication/338940002_Lectorale_rede_Anneke_Smits_lector_Onderwijsinnovatie_en_ICT
·        Zull, J. E. (2002). The art of changing the brain: Enriching teaching by exploring the biology of learning. Sterling, VA: Stylus

Zelf aan de slag met digital storytelling?
·        Lambert, J. (2010). Digital storytelling cookbook. Geraadpleegd op 27 februari 2020, van https://wrd.as.uky.edu/sites/default/files/cookbook.pdf
·        Robin, B. (2016). The Power of Digital Storytelling to Support Teaching and Learning. Digital Education Review (30), 17-29.
·        University of Houston. (2020). Educational uses of Digital storytelling. Geraadpleegd op 27 februari 2020, van http://digitalstorytelling.coe.uh.edu/index.cfm